Beschrijving
Jij die mij ik maakt
Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet je mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet je mij beter dan ik?
Met deze verzen opent Huub Oosterhuis het fraai gebonden boekje Jij die mij ik maakt. Het zijn de dichtregels die hij destijds schreef toen zijn dochter Trijntje geboren werd.
In dit essay reflecteert Oosterhuis in dertig korte stukken op het thema 'mijn betere ik'. Maar het is geen vrijblijvende reflectie. Oosterhuis heeft een concrete wens: hij streeft naar tien plaatsen in Nederland waar zonder gĂȘne naar de zin van het leven kan worden gevraagd. Huizen voor een bezield verband, waar de Bijbel zo wordt gelezen en uitgelegd dat hij als groot zingevingsverhaal kan worden doorverteld.
Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
Huub Oosterhuis is vooral bekend vanwege de liederen die hij schreef voor kerkdiensten. In dit boekje laat hij een persoonlijke kant van zichzelf zien. Hoe sta ik in de wereld is zijn vraag. Waarom ben ik er en wat wordt er van mij verwacht? Het zijn de existentiele vragen die al veel gesteld zijn door allerlei filosofen en schrijvers. En wat is de rol van een god daarin? Hij haalt daarbij filosofen als Heidegger en Nietzsche aan. Toch klink er een onverwoestbaar vertrouwen in door. En dat vertrouwen wordt gesteund door de Bijbel, vooral door het Oude Testament. Want daarin staat een boodschap voor de nu levende mensen, niet voor wat na de dood komt. Het leuke is dat hij het ook over zijn kinderen heeft, onder andere over Trijntje, die met evenveel gemak een liedje van hem als van een ander zingt en daarbij ook zegt dat haar vader het gemaakt heeft. Voor een breed publiek. Verzorgde uitgave; normale druk.
(NBD|Biblion recensie, Dr. H.Chr. van Bemmel)
Description:
Beschrijving Jij die mij ik maakt Ken je mij? Wie ken je dan? Weet je mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet je mij beter dan ik? Met deze verzen opent Huub Oosterhuis het fraai gebonden boekje Jij die mij ik maakt. Het zijn de dichtregels die hij destijds schreef toen zijn dochter Trijntje geboren werd. In dit essay reflecteert Oosterhuis in dertig korte stukken op het thema 'mijn betere ik'. Maar het is geen vrijblijvende reflectie. Oosterhuis heeft een concrete wens: hij streeft naar tien plaatsen in Nederland waar zonder gĂȘne naar de zin van het leven kan worden gevraagd. Huizen voor een bezield verband, waar de Bijbel zo wordt gelezen en uitgelegd dat hij als groot zingevingsverhaal kan worden doorverteld. Recensie(s) NBD|Biblion recensie Huub Oosterhuis is vooral bekend vanwege de liederen die hij schreef voor kerkdiensten. In dit boekje laat hij een persoonlijke kant van zichzelf zien. Hoe sta ik in de wereld is zijn vraag. Waarom ben ik er en wat wordt er van mij verwacht? Het zijn de existentiele vragen die al veel gesteld zijn door allerlei filosofen en schrijvers. En wat is de rol van een god daarin? Hij haalt daarbij filosofen als Heidegger en Nietzsche aan. Toch klink er een onverwoestbaar vertrouwen in door. En dat vertrouwen wordt gesteund door de Bijbel, vooral door het Oude Testament. Want daarin staat een boodschap voor de nu levende mensen, niet voor wat na de dood komt. Het leuke is dat hij het ook over zijn kinderen heeft, onder andere over Trijntje, die met evenveel gemak een liedje van hem als van een ander zingt en daarbij ook zegt dat haar vader het gemaakt heeft. Voor een breed publiek. Verzorgde uitgave; normale druk. (NBD|Biblion recensie, Dr. H.Chr. van Bemmel)